De vermogensbelasting 2025 (box 3) bedraagt 36%. Deze 36% belasting wordt geheven over zogenaamde forfaitaire rendementen of over je daadwerkelijk behaalde rendement. Dit kun je zelf kiezen.
Je hoeft alleen vermogensbelasting te betalen als je meer dan €57.684 aan box 3 vermogen hebt. Door beleggingen te verkopen en later terug te kopen kun je vermogensbelasting verminderen. En met name via pensioenbeleggingen, en nog enigszins via groensparen kun je vermogensbelasting voorkomen.
Forfaitaire rendementen 2025
Een forfaitair rendement is een fictief rendement waarvan de belastingdienst aanneemt dat je dat behaald hebt. De forfaitaire rendementen kunnen achteraf blijken hoger te zijn dan daadwerkelijk door jou behaalde rendementen. Je kunt dan een verlaging van de te heffen vermogensbelasting aanvragen.
Er worden 3 verschillende forfaitaire rendementen gehanteerd in 2025:
Banktegoeden | 1,03%* |
Overige bezittingen | 5,88% |
Schulden | 2,47%* |
De vermogensbelasting 2025 per vermogenscategorie ziet er dan als volgt uit:
Banktegoeden | 0,37%* |
Overige bezittingen | 2,12% |
Schulden | 0,89%* |
Obligaties worden net als aandelen gezien als overige bezittingen met hoog rendement. Voor het stabiele deel van een beleggingsportefeuille is een depositoladder als vervanging van obligaties vanuit fiscaal oogpunt te overwegen. Een depositoladder valt wel onder banktegoeden.
Heffingsvrij vermogen 2025
Het heffingsvrij vermogen waarover je in 2025 geen vermogensbelasting hoeft te betalen bedraagt €57.684 per persoon.
Bij fiscale partners is in 2024 het totale heffingsvrije vermogen €115.368.
Vermogensbelasting 2025 verminderen door beleggingen te verkopen en terug te kopen
Peildatum
De Belastingdienst hanteert 1 januari van het jaar waarover je belastingaangifte doet als peildatum voor de vermogensbelasting. In 2026 doe je belastingaangifte over 2025. Dan geldt voor de bepaling van de vermogensbelasting over 2025 de omvang van je vermogen op 1 januari 2025.
Arbitrageperiode
Je kunt overige bezittingen (waar een hoog rendementspercentage op van toepassing is) vlak voor de peildatum verkopen en tijdelijk omzetten in banktegoeden (waarvoor een laag rendementspercentage geldt). Na de peildatum zet je banktegoeden dan weer om in overige bezittingen. Wanneer je dit doet om vermogensbelasting te vermijden, dan wordt dit peildatumarbitrage genoemd.
Om peildatumarbitrage te voorkomen is daarom een arbitrageperiode van 3 maanden voorgesteld. Zou blijken dat de regeling onvoldoende robuust is, dan behoudt het kabinet zich het recht voor om bij ministeriële regeling nadere regels te stellen.
Om de arbitrageperiode heenwerken
Dit betekent dat je in principe zonder problemen op uiterlijk 31 december 2024 overige bezittingen kan omzetten in banktegoeden, zolang je ze dan op zijn vroegst op 1 april 2025 weer omzet in overige bezittingen. Overige bezittingen verkopen op 30 september 2024 en weer aankopen op 1 januari 2025 kan ook. Enige kleine risico dat ik zie is dat het kabinet bij ministeriële regeling dit alsnog als arbitrage gaat bestempelen.
Op die manier kun je ongeveer 1,39% vermogensbelasting besparen (2,12% – 0,72% = 1,40%). Ik ga er daarbij vanuit dat banktegoeden tegen 0,72% belast zullen gaan worden.
Beleggingen in aandelen hebben op de langere termijn gemiddeld typisch ruim 8% rendement per jaar.
Spaargeld op een Nederlandse spaarrekening levert typisch iets meer op dan 2% per jaar.
Op een buitenlandse vrij opneembare spaarrekening krijg je tot 3,25%, zie hier.
Beleggingen leveren typisch dus meer op dan banktegoeden.
Arbitrage aantrekkelijk
In de 3 maanden dat je uit de markt bent met je beleggingen loop je mogelijk rendement (of verlies) mis. Maar je krijgt ook zekerheid over je besparing zolang de forfaitaire rendementen gelden. Of de besparing in vermogensbelasting opweegt tegen het tijdelijk uit de markt zijn is een persoonlijke afweging. Dit heeft namelijk te maken met je persoonlijke risicotolerantie.
Voor de gemiddelde belegger zal een gegarandeerd rendement van 1,40% belastingbesparing over een periode van 3 maanden aantrekkelijk zijn. Meestal aantrekkelijker dan een niet gegarandeerd beleggingsrendement dat gemiddeld genomen net iets hoger ligt. Maar dat ook lager kan liggen of zelfs negatief kan uitpakken. Dit is echter een erg persoonlijke afweging.
Kijk bij de beslissing wat je gaat doen wel naar eventuele transactiekosten voor de verkoop en aankoop van je beleggingen. Bij de meeste banken en brokers zullen die niet doorslaggevend zijn. Bij mijn beleggingen zijn die vrijwel nihil. Maar mogelijk beïnvloeden die je beslissing.
Vermogensbelasting 2025 voorkomen via pensioenbeleggen
Een andere manier om vermogensbelasting over beleggingen tot nul te verminderen is via zogenaamd pensioenbeleggen. Dit doe ik zelf ook.
Hier vind je uitleg hoe pensioenbeleggingen werken en waarom die 3x meer opleveren dan gewone beleggingen vanwege de fiscale voordelen.
Gerelateerde post: Nieuwe pensioenwet: jaarruimte flink omhoog
Vermogensbelasting voorkomen via groensparen of beleggen
Voor groene beleggingen en spaargeld hoef je alleen vermogensbelasting te betalen als de waarde hiervan boven een bepaald bedrag uitkomt. Je betaalt dan belasting over het verschil tussen het bedrag van de vrijstelling en de waarde van jouw groene beleggingen.
Naast het voordeel van de verminderde vermogensbelasting krijg je een heffingskorting van over je als groene belegging gekwalificeerde spaargeld. Dit percentage kun je aftrekken van je inkomstenbelasting.
Op 14 november 2024 is een wetsvoorstel aangenomen dat de belastingvoordelen voor groen sparen/beleggen in box 3 van het belastingjaar 2025 verlaagt. De vrijstelling wordt verlaagd van € 30.000 naar € 26.000 (voor fiscale partners € 52.000). Ook wordt de heffingskorting voor groene beleggingen verlaagd van 0,7% naar 0,1%. Deze regelingen stoppen helemaal op 1 januari 2027. De Eerste Kamer stemt op 17 december over het Belastingplan 2025.
Vermogensbelasting 2025 berekenen
De berekening is pas definitief te maken na afloop van 2025. In de berekening zijn de volgende forfaitaire percentages gebruikt: 1,03% voor banktegoeden, 5,88% voor overige bezittingen en 2,47% voor schulden.
Vul je vermogen in hele euro’s in:
Hoe ga jij met de vermogensbelasting per 2025 om?
Veelgestelde vragen
Het heffingsvrij vermogen waarover je in 2025 geen vermogensbelasting hoeft te betalen bedraagt €57.684 per persoon.
Bij fiscale partners is in 2025 het totale heffingsvrije vermogen €115.368.
De Belastingdienst hanteert 1 januari van het jaar waarover je belastingaangifte doet als peildatum voor de vermogensbelasting. In 2026 doe je belastingaangifte over 2025. Dan geldt voor de bepaling van de vermogensbelasting over 2025 de omvang van je vermogen op 1 januari 2025.
Door beleggingen voor 30 september te verkopen en na 1 januari weer aan te kopen of door ze voor 1 januari te verkopen en na 31 maart weer aan te kopen. Maar ook via pensioenbeleggen. Zie het artikel voor uitleg.