De vermogensbelasting ligt al een tijdje onder vuur. De Belastingdienst heeft met name spaarders jarenlang veel te zwaar belast. Ze betaalden meer belasting over hun spaargeld dan dat ze aan rente ontvingen. Veel mensen klaagden hierover en de rechter heeft zelfs bepaald dat de belasting onrechtmatig was. Wat gaat er nu veranderen? Ik zet het in deze blogpost op een rij.
In deze blogpost:
- 1 De situatie nu
- 2 Overbruggingsperiode tot 2027
- 3 Verhoging vermogensbelasting
- 4 Vermogensbelasting verminderen of voorkomen
- 5 Hoeveel vermogensbelasting moet ik betalen in 2024?
- 6 Vermogensbelasting 2024 berekenen
- 7 Peildatum vermogensbelasting
- 8 Vanaf 2027 wordt werkelijk, maar ongerealiseerd rendement belast
De situatie nu
De Belastingdienst gebruikt tot op heden zogenaamde forfaitaire rendementen voor spaargeld, beleggingen en schulden. Daarover heft ze belasting. Een forfaitair rendement is een fictief rendement waarvan de belastingdienst aanneemt dat je dat behaald hebt.
Ze hanteerde tot een paar jaar geleden daarbij ook nog eens een denkbeeldige verdeling tussen spaargeld en beleggingen, afhankelijk van de omvang van je vermogen. Ook als je in de praktijk een heel andere verdeling aanhield.
De rechtbank heeft echter bepaald dat er alleen geheven mag worden over daadwerkelijk behaald rendement. De Belastingdienst mag alleen daadwerkelijk behaalde rendementen belasten. En ze moet de daadwerkelijke verdeling van spaargeld en beleggingen aanhouden. Dit is een grote wijziging voor de Belastingdienst, waarvoor ze verwachten zeker nog tot 2027 nodig te hebben. Voor de tussenliggende jaren werkt het kabinet met overbruggingswetgeving.
Overbruggingsperiode tot 2027
De tijdelijke wetgeving gaat wel uit van de daadwerkelijke verdeling van spaargeld, beleggingen en schulden. En daarbij probeert de Belastingdienst forfaitaire rendementspercentages te gebruiken die dichtbij de echte percentages voor sparen, beleggen of lenen liggen. Dat lukt echter nog niet altijd even goed. De beurzen stonden in 2022 flink in de min, maar ging de Belastingdienst wel uit van een positief rendement. Maar er is goed nieuws: indien je minder rendement hebt gemaakt dan de forfaitaire rendementen, dan mag je om vermindering van je belastingaanslag vragen.
De feiten voor 2025 heb ik hier op een rijtje gezet: Vermogensbelasting 2025
Verhoging vermogensbelasting
Naast de overgang naar het belasten van daadwerkelijk behaald rendement is ondertussen de vermogensbelasting over het rendement omhoog gegaan van 30% in het verleden naar 36% vanaf 2024.
Vermogensbelasting verminderen of voorkomen
Je kunt vermogensbelasting over beleggingen voorkomen via pensioenbeleggen. Ik doe dat zelf via Brand New Day. Pensioenbeleggingen zijn vrijgesteld van vermogensbelasting en inleg mag je aftrekken van de inkomstenbelasting. Daardoor kan dit tot wel 4x meer opleveren dan gewoon beleggen, zie mijn uitleg in Brand New Day review.
Je kunt vermogensbelasting over spaargeld voorkomen via groensparen.
Ook kun je vermogensbelasting verminderen door beleggingen rondom de peildatum 1 januari te verkopen en terug te kopen. Hier ga ik uitgebreid op in in de blogpost Vermogensbelasting 2024: 36%.
Hoeveel vermogensbelasting moet ik betalen in 2024?
Als je minder dan € 57.000,- vermogen hebt betaal je in 2024 geen vermogensbelasting. Voor fiscale partners geldt het dubbele heffingsvrije vermogen, oftewel € 114.00,-.
De Belastingdienst maakt onderscheid tussen banktegoeden, overige bezittingen en schulden.
Alleen cash en vermogen dat valt onder “deposito” zoals gedefinieerd in de Wet op het financieel toezicht vallen onder “banktegoeden”. Spaargeld en geld op je bankrekening horen daarbij. Vermogen binnen een VvE (vereniging van eigenaren) en op een derdenrekening bij de notaris wordt ook gezien als banktegoed.
Alle andere box 3-bezittingen die geen schulden zijn vallen onder “overige bezittingen”. ETF’s, aandelen, obligaties en cryptovaluta vallen ook onder overige bezittingen.
Doordat obligaties net als aandelen belast worden tegen het hoge tarief is voor het stabiele deel van een beleggingsportefeuille een depositoladder als vervanging van obligaties te overwegen. Een depositoladder valt wel onder banktegoeden.
Onderlinge vorderingen en schulden tussen ouders en kinderen worden per 2023 gedefiscaliseerd.
De Belastingdienst gaat ervan uit dat je de volgende rendementen hebt behaald:
Banktegoeden | 1,03%* |
Overige bezittingen | 6,04% |
Schulden | 2,47%* |
De Belastingdienst heft 36% belasting over deze rendementen. De belasting per vermogenscategorie ziet er dan als volgt uit:
Banktegoeden | 0,37%* |
Overige bezittingen | 2,17% |
Schulden | 0,89%* |
Hoeveel belasting betaal je over €100.000 spaargeld?
Je betaalt €159 belasting over €100.000 spaargeld in 2024. Over de eerste €57.000 betaal je niets, dat is je heffingsvrij vermogen. En over de resterende €43.000 betaal je 0,37%, oftewel €159. In de volgende paragraaf kun je zelf berekenen hoeveel belasting je moet betalen over andere vermogens.
Vermogensbelasting 2024 berekenen
De berekening is pas definitief te maken na afloop van 2024. In de berekening zijn de volgende forfaitaire percentages gebruikt: 1,03% voor banktegoeden, 6,04% voor overige bezittingen en 2,47% voor schulden.
Vul je vermogen in hele euro’s in:
Peildatum vermogensbelasting
De Belastingdienst hanteert 1 januari van het jaar waarover je belastingaangifte doet als peildatum voor de vermogensbelasting. Als je in 2024 belastingaangifte doet over 2023, geldt voor de bepaling van de vermogensbelasting over 2023 de omvang van je vermogen op 1 januari 2023.
Vanaf 2027 wordt werkelijk, maar ongerealiseerd rendement belast
Het plan is vanaf 2027 te gaan belasten op basis van daadwerkelijk rendement. Ook als je dit rendement nog niet gerealiseerd hebt. Heb je bijvoorbeeld aandelen waarvan de koers is gestegen, maar die je niet verkocht hebt, dan moet je over die koersstijging wel belasting betalen. Dit wordt vermogensaanwasbelasting genoemd.
Zodra er een vermogensaanwasbelasting komt, betaal je geen vermogensbelasting in jaren dat je negatief rendement maakt. Je gemaakte verlies op je aandelen mag je daarnaast aftrekken van winst in opvolgende jaren. Dat aantal jaren is niet oneindig, het precieze aantal jaren staat nog niet vast. Zo betaal je in opvolgende jaren dus minder of geen vermogensbelasting tot het verlies verrekend is.
Het heffingsvrije vermogen gaat daarnaast vervangen worden door een heffingsvrij inkomen. Het heffingsvrij vermogen is een vast bedrag van je vermogen dat vrijgesteld is van belasting. Het heffingsvrij inkomen wordt een vast bedrag dat je mag aftrekken van het belastbaar inkomen dat je uit je vermogen in box 3 haalt. Doordat dit waarschijnlijk een relatief laag bedrag wordt resulteert dit dan in een flinke verhoging van de vermogensbelasting.
Voor onroerende zaken en voor aandelen in familiebedrijven en startende (innovatieve) ondernemingen geldt als uitzondering geen vermogensaanwasbelasting maar een vermogenswinstbelasting. De Belastingdienst belast daarbij de waardeontwikkeling pas bij realisatie, zoals bij verkoop. Voor de eerste woning in box 3, waarbij hoofdzakelijk sprake is van eigen gebruik, blijft een een forfaitair rendement gelden.
In Vermogensaanwasbelasting 2027 ga ik in op wat deze wijzigingen betekenen voor iemand die bezig is met FIRE (financieel onafhankelijk worden).
Link naar de pagina van de Belastingdienst over vermogensbelasting
De informatie op deze site is mijn persoonlijke mening, geen beleggingsadvies en louter informatief en educatief bedoeld. Let op: beleggen gaat gepaard met risico’s, je kunt je inleg (deels) verliezen. Blauw onderstreepte links met kunnen mij een vergoeding opleveren voor het doorverwijzen. Dit kost jou niets. Reacties kunnen worden gemodereerd of verwijderd.