Indexfondsen, vaak ook ETF’s of trackers genoemd, winnen steeds meer aan populariteit. Er is een aantal uitstekende indexfondsen waar je in kunt beleggen. Er zit echter ook een heel aantal slechte indexfondsen tussen.
In deze post leg ik uit welke 6 punten maken of een indexfonds een goed indexfonds is. Ook geef ik aan in welke 4 indexfondsen ik zelf beleg. Deze voldoen aan de 6 punten die een indexfonds goed maken. Ik heb met die indexfondsen wereldwijde spreiding tegen minimale kosten in zowel aandelen als obligaties. Een overzicht van de beste indexfondsen met de plek waar je ze aan kunt schaffen vind je in De beste ETF van 2025.
Let wel op: met beleggen kun je jouw inleg verliezen.
In deze blogpost:
Beleggen in aandelen en obligaties
Als je wilt beginnen met beleggen en je aan het inlezen bent raad ik je aan eerst de post Beleggen voor beginners te lezen. Daarin leg ik bijvoorbeeld uit wat een aandeel, een obligatie en een indexfonds zijn. Ook ga ik in op hoe je aandelen, obligaties en indexfondsen kunt aanschaffen en wat een goed moment is om ze aan te kopen of te verkopen. In deze post ga ik dieper in op indexfondsen.
Beleggen in aandelen (of obligaties) kun je doen in losse aandelen of via fondsen. Om mijn risico te beperken wil ik een flinke spreiding van mijn beleggingen. Ik wil belegd zijn in minimaal een paar duizend bedrijven die verspreid zitten over de hele wereld. Ik ben dan minder gevoelig voor individuele bedrijven, sectoren of landen die slecht presteren.
Aangezien ik die wereldwijde spreiding wil, vallen losse aandelen voor mij af. Het zou me veel te veel tijd kosten om ze uit te zoeken. Ook zou ik dan veel te hoge kosten maken doordat ik dan vaak losse posities moet kopen en verkopen. En het zou me opnieuw veel te veel tijd kosten om al die losse posities steeds weer te balanceren.
Er bestaan beleggingsfondsen waar je in kunt beleggen die voor jou duizenden bedrijven in dat fonds hebben zitten. Dergelijke beleggingsfondsen hebben mijn voorkeur. Bij zulke beleggingsfondsen kun je vervolgens kiezen tussen actief en passief beheerde fondsen. Onder die laatste categorie vallen de indexfondsen.
Actief beheerde beleggingsfondsen
Bij beleggingsfondsen heb je zogenaamde actief beheerde beleggingsfondsen en passief beheerde indexfondsen. De actief beheerde fondsen proberen de markt te verslaan, tegen gemiddeld ongeveer 1-2% kosten per jaar. Het is wetenschappelijk aangetoond dat de markt verslaan op de langere termijn nauwelijks of niet lukt.
Passief beheerde beleggingsfondsen: indexfondsen of ETF’s
Indexfondsen en ETF’s vallen onder passief beheerde fondsen welke een index volgen tegen ongeveer 0.03-0.4% aan kosten. Passief beheerde fondsen hebben dus veel lagere kosten dan actief beheerde fondsen.
Wanneer de index die ze volgen een wereldwijd gespreide index is, halen ze automatisch het rendement van de wereldwijd gespreide aandelenmarkt na aftrek van bovengenoemde kosten. Ik beleg in dergelijke indexfondsen en ETF’s.
Er is een klein verschil tussen een indexfonds en een ETF. In een indexfonds kan 1x per dag worden gehandeld. De prijs wordt bepaald aan de hand van de de intrinsieke waarde (ook wel Netto Asset Value of NAV genoemd) op het einde van de beursdag. In een ETF kan gedurende de gehele handelsdag worden gehandeld. De prijs wordt bepaald aan de hand van een bied- en laatkoers.
Een heel leuk boek over actief beheerde fondsen en indexfondsen vond ik Ontmaskerd door Peter van der Slikke; dit geeft een heel interessante inkijk in hoe gewiekst en tegen het klantbelang de wereld van de actief beheerde fondsen werkt. En bijvoorbeeld waarom het timen van je instapmoment niet werkt. Voorbeelden van leuke inzichten die hij beschrijft:
- Actief beheerde fondsen veranderen vaak van naam om maar positief rendement te kunnen blijven presenteren sinds oprichting
- Het rendement van de wereldwijd meest bekende S&P 500 index is over de periode 1996-2010 bepaald door slechts 10 dagen, welke van tevoren niet te voorspellen zijn. Indien je de 10 dagen met de grootste koersstijgingen niet belegd zou zijn geweest, dan was je rendement niet het gemiddelde van 6.7% per jaar geweest maar slechts 1.88%. Indien je de 60 beste beursdagen niet belegd zou zijn geweest dan zou je zelfs een negatief rendement hebben gehad. Die losse dagen van grote koersstijging en -daling zijn niet te voorspellen. Buy-and-hold in plaats van proberen in te stappen en uit te stappen op “het goede moment” is dus een no-brainer voor mij.
Indexfondsen kiezen – de 6 punten om op te letten
Er is een voor mij een aantal aspecten dat maakt of een indexfonds een goed indexfonds is:
1. Lage kosten
Triviaal zullen de meesten zeggen. Maar het effect van hogere kosten wordt door velen flink onderschat.
“Slechts” 0.1% extra kosten lijkt wellicht niet veel. Maar als je 30 jaar lang belegt met het historisch beursrendement over de afgelopen decennia van 7% per jaar resulteert die 0.1% niet in 30 * 0.1% = 3% minder rendement maar in maar liefst 21% minder rendement ten opzichte van je inleg.
Dit werkt als volgt: Als ik 100.000 euro 30 jaar lang beleg met een beursrendement van 7% per jaar, dan heb ik na 30 jaar 761.225 euro. Als ik 0.1% kosten heb maak ik nog 6.9% rendement. Dan heb ik na 30 jaar 740.169 euro. Een verschil in opbrengst van ruim 21.000 euro op mijn inleg van 100.000 euro door slechts 0.1% extra kosten! Dat is dus maar liefst 21% minder rendement in plaats van 3% minder rendement ten opzichte van je inleg.
Met behulp van mijn calculator vermogensopbouw berekenen kun je dit eenvoudig zelf narekenen en zien wat wijzigingen van looptijd, rendement en inleg voor effect hebben op je eindkapitaal.
Behalve de kosten die het indexfonds zelf rekent spelen ook de transactiekosten, bewaarloon, dividendlekkage en dergelijke een grote rol. Om die kosten zo laag mogelijk te houden beleg ik in Northern Trust indexfondsen.
2. Wereldwijde spreiding
Ik wil niet afhankelijk zijn van het goed of slecht presteren van een los bedrijf. Zelfs niet van een specifieke sector van bedrijven. Zelfs niet van bedrijven actief in een specifiek land. Zelfs niet van bedrijven actief in een specifiek werelddeel.
Zoals ik in mijn post over de veilige opname aangaf begint het aandeel van de VS in de groei van de wereldeconomie overgenomen te worden door de Aziatische groei economieën. Het voorspellen van waar de groei zal plaatsvinden of haperen is onmogelijk. Daarom wil ik zo breed mogelijk gespreid beleggen, wereldwijd gespreid in alle sectoren.
3. Fysieke replicatie
Ik beleg in indexfondsen die de onderliggende aandelen en obligaties ook daadwerkelijk in portefeuille hebben. Dit soort indexfondsen worden ook wel indexfondsen met fysieke replicatie genoemd. Of een fonds aan deze eis voldoet kun je meestal in de factsheet van het fonds vinden.
Ik beleg niet in indexfondsen die de aandelen- of obligatieposities die in de index horen te zitten middels vage constructies zoals derivaten nabootsen. Dit zijn indexfondsen met synthetische replicatie, waar vooral de uitgevende instanties en banken zelf wijzer van worden.
4. Minimale dividendlekkage
Afhankelijk van het land van vestiging van een fonds en de belastingafspraken die het betreffende land al dan niet met Nederland heeft gemaakt, betaal je meer of minder belasting over je dividend. Gemiddeld heb je te maken met ongeveer 0.1-0.2% aan kosten op je belegde vermogen in aandelen indexfondsen. Dit komt doordat je een deel van de door het fonds ingehouden dividendbelasting niet kunt terugvragen via je belastingaangifte. Dit wordt dividendlekkage genoemd.
De aandelenfondsen die ik heb uitgekozen hebben nauwelijks dividendlekkage.
5. Een fonds moet groot en efficiënt zijn
Als voorbeeld kijk ik naar Vanguard Total International Stock ETF (VXUS) en Vanguard Total Stock Market ETF (VTI) als aandelenfondsen in een portefeuille.
Door VXUS met VTI in de verhouding 1:1 te combineren heb je dezelfde blootstelling aan de wereldwijde aandelenmarkt als wanneer je het Vanguard Total World Stock ETF (VT) zou nemen. Maar met ongeveer 0.3% meer rendement per jaar! Dit scheelt je bij een gemiddeld rendement van 7% in plaats van 6.7% per jaar voor kosten ruim 61.000 euro aan opbrengst in 30 jaar per 100.000 euro belegd vermogen!
Hoe dit kan? VT heeft 0.14% kosten per jaar en blijft qua performance ongeveer 0.24% achter bij de index per jaar. VTI heeft 0.05% kosten en presteert 0.02% beter dan de index. VXUS heeft 0.13% kosten heeft en presteert 0.03% beter dan de index.
Dit komt doordat VT een nog veel kleiner fonds is (9 miljard $ beheerd vermogen) dan VTI (460 miljard $ beheerd vermogen) en VXUS (219 miljard $ beheerd vermogen). Hierdoor kunnen VTI en VXUS veel kosten-efficiënter werken. Ze volgen de breed erkende index dus meer dan nauwkeurig. In vakjargon: ze hebben een lage tracking error. Met dank aan etf.com voor het uitzoekwerk.
De grootte van een fonds bepaalt ook de liquiditeit, oftewel tegen welke kosten het fonds aan- en verkocht kan worden. Een liquide ETF heeft doorgaans een beheerd vermogen van 1 miljard euro of meer en kent daardoor kleine spreads.
6. Het indexfonds moet nauwkeurig een breed erkende index volgen
In het verleden heb ik het Think Global Equity UCITS ETF indexfonds vergeleken met de hierboven genoemde VTI en VXUS, als een voorbeeld van een alternatief wereldwijd aandelen indexfonds (dit fonds is tegenwoordig overigens ondergebracht in het Van Eck Sustainable World Equal Weight UCITS ETF). Dit indexfonds had echter een hoge tracking error. Daarnaast volgt het ook nog eens een niet breed erkende index. Het volgde een door de uitgever zelf bedachte index, namelijk de Think Global Equity Index. Ten opzichte van deze index had het fonds een flinke tracking error van ongeveer 1.2% per jaar. Het was wel een fonds dat geen last heeft van dividendlekkage, dat is gunstig. De jaarlijkse kosten waren redelijk, namelijk 0.2%.
Als je het rendement van Think Global Equity UCITS ETF over de laatste 5 jaar op het moment van vergelijken afzette tegen dat van VTI en VXUS, zag je een verschil van 1.5% per jaar in het voordeel van VTI en VXUS! De index zelf presteerde dus ook 0.3% slechter dan de breed erkende indexen die VXUS en VTI volgen.
Welke indexfondsen kies ik?
Ik heb mijn portefeuille samengesteld uit de volgende fondsen:
- Northern Trust World Custom ESG Equity Indexfonds (ISIN: NL0011225305)
- Northern Trust Emerging Markets Custom ESG Equity Index (ISIN: NL0011515424)
- Northern Trust World Small Cap ESG Low Carbon indexfonds (ISIN: NL0013552078)
- Amundi Prime All Country World UCITS ETF (ISIN: IE0003XJA0J9)
In de post over mijn beleggingsstrategie leg ik uit in welke verhouding ik deze indexfondsen in portefeuille heb bij Interactive Brokers en ABN AMRO ZBB.
In de post Indexfondsen via DEGIRO leg ik met plaatjes uit hoe je een indexfonds via DEGIRO kunt aanschaffen.
Geef een reactie