Onder de term ‘short gaan’ verstaan we het speculeren op een dalende koers. Je verkoopt bij short selling aandelen of obligaties tegen een verwachte hogere prijs dan de actuele prijs op dat moment, wat je winst oplevert. Deze effecten kun je zelf in bezit hebben, maar dat hoeft niet. Je kunt ze namelijk ook huren van een andere partij.
Effecten huren is de reguliere manier
Een zogenaamde ‘custodian bank’ beheert de aandelen en obligaties van beleggers die voor de lange termijn gaan, zoals pensioenfondsen. Deze effecten lenen zij uit tegen een vergoeding. Zo huur je dus tijdelijk deze effecten om short te kunnen gaan. Als de koers daalt, is jouw winst van het short gaan als volgt te berekenen:
Afgesproken verkoopkoers – actuele koers – huurkosten effecten
Nederlands tintje aan de historie van short gaan
De eerste keer dat een speculant dit deed, was in 1609. Dit was een Nederlander, namelijk Isaac le Maire. Hij speculeerde op een koersdaling van aandelen VOC. Dat deed hij zogenaamd ‘naked’, wat betekent dat hij de aandelen die hij moest verkopen niet zelf in bezit had. Uiteindelijk heeft Le Maire allerlei geruchten verspreid om de koers van het aandeel VOC aanzienlijk te doen dalen.